Kleding strijken. Hoe krijg je alle kreukels uit je kleren?
Kleding strijken. Het is een activiteit die regelmatig terugkomt. Want het is toch prettig als je er netjes bijloopt. En zeg nou zelf; een kledingstuk dat gestreken is zit toch veel lekkerder dan een kreukelig vodje dat je aanhebt.
Alleen kost het strijken van je kleding nog best wel wat tijd. En het liefst besteden we niet al te veel kostbare minuten aan klusjes waar we eigenlijk niet zoveel zin in hebben.
Onze oma’s hadden een handig trucje om er voor te zorgen dat strijken bijna niet meer nodig is. Maar als we toch met de strijkbout aan de gang moeten dan doen we dat het liefst op een manier waarbij we vlot klaar zijn.
Ik zal je een paar anti-kreukel geheimpjes vertellen. Lees maar effies mee.
Hoe voorkom je kreukels in je kleding?
Kleding moet gewassen worden, daar ontkom je nou eenmaal niet aan. Maar er is wel een verschil tussen wassen en wassen. Je kunt je kleding wassen op een programma waarbij de was veel door de wastrommel geslingerd wordt. Zoals bij een katoen-wasprogramma of een synthetisch-wasprogramma.
Maar je kunt kreukelgevoelige kleding ook wassen op een fijnwas- of wolwasprogramma. Bij zo’n programma wordt de was een beetje heen en weer geschommeld in de wasmachine en er wordt iets meer water gebruikt. Daardoor zal de kleding minder kreukelen.
Voor spijkerbroeken is er een apart wasprogramma. Maar dat is helaas niet op elke wasmachine het geval. Als je spijkerbroeken op het jeans-programma wast dan komen ze niet zo verkreukeld uit de machine.
Centrifugeren op een lager toerental.
Tegenwoordig kun je op iedere wasmachine en bij bijna elk wasprogramma het toerental voor het centrifugeren kiezen. Als je bijvoorbeeld ondergoed en sokken wast dan kun je ze op het hoogste toerental centrifugeren, dat gaat prima. Het maakt bij ondergoed en sokken niet veel uit of ze een beetje kreukelen of niet.
Maar spijkerbroeken bijvoorbeeld kun je beter op 800 toeren droogslingeren. Dat scheelt heel veel in de kreukels. Een wolwas- of fijnwasprogramma stelt automatisch al een lager centrifugeer toerental in zodat je kleding misschien wel iets natter maar veel minder kreukelig uit de machine komt.
Verder kun je bij bijna elk willekeurig programma het toerental instellen. Je moet je machine even leren kennen om te weten welk toerental het meest geschikt is maar dat weet je al gauw. Centrifugeren op 800 of 1000 toeren is vaak prima om te zorgen dat je minder kreukels krijgt.
Mag je je kleding in de droger doen?
Jij en ik weten allebei dat het ophangen van je kleding beter is. Moedertje aarde vindt dat zeker fijn want het scheelt weer energie van de droger. Maar soms ontkom je er niet aan en moet je even gauw wat kleding in de droger stoppen.
Let goed op het wasetiket van je kleding en controleer of de kleding wel in de droger mag. Sommige stoffen en sommige kledingstukken met bepaalde opdrukken mogen absoluut niet in de droger want dan ruïneer je de kleding door de hitte van de droger. De opdrukken kunnen zelfs loslaten.
Als je kleding wel in de droger mag, zorg dan dat de droger niet te heet staat. Een lagere temperatuur is beter voor je wasgoed. Iedere droger is weer anders dus kijk even in de gebruiksaanwijzing van je droger wat de beste stand is voor het drogen van je kleding.
Houd de droogtijd in de gaten. Als de droger klaar is met zijn programma, haal je kleding er dan meteen uit. Want als je je kleding in de droger laat liggen dan komen er juist meer kreukels in. Als je het er direct uithaalt dan heb je de minste kans op kreukelige kleding.
De was ophangen.
Het is iets meer werk om je was op te hangen om het te laten drogen maar die tijd bespaar je weer als je je kleding niet hoeft te strijken naderhand. Zelf probeer ik mijn was zoveel mogelijk buiten aan mijn wasrekje te drogen. Een waslijn of droogmolen is natuurlijk ook perfect. Buiten in de wind en in het zonnetje droogt je kleding lekker snel, het ruikt fris en de kreukels waaien er bijna als vanzelf uit. Ideaal dus!
Kun je de was niet buiten drogen, dan doe je het lekker binnen, bijvoorbeeld boven in het trapgat of op een kamer waar je een raam open kunt zetten om te ventileren. Of op zolder als je daar ruimte hebt.
Ik hang (spijker)broeken altijd aan het wasrek op met vier of vijf knijpers aan de bovenkant, waar mijn riem zit, en niet aan de onderkant van de broekspijpen. Ik vouw de rand van de kleding die ik ophang ook niet dubbel. Want dan droogt het raar op en moet ik alsnog strijken. En dat willen we nou juist voorkomen.
Heb je broeken gewassen die een mooie vouw op de broekspijpen hebben? Hang de broeken dan op met genoeg knijpers aan de bovenkant waar je riem zit, maar dan zó dat je de vouwen er al een soort van invouwt; dus aan de buitenkant. Dan drogen ze alvast in de vorm die ze moeten aannemen.
Shirtjes, blousjes en overhemden kun je om te drogen het beste ophangen aan een kledinghanger. Doe dan het bovenste knoopje van het kledingstuk dicht zodat je kleding niet van de hanger afglijdt. Veranker je kledinghanger aan de waslijn met één of twee knijpers zodat hij er niet af kan waaien.
Vesten en truien hang ik het liefst ook aan een kledinghanger als ze niet al te dik zijn. Dikke en zware vesten en truien droog ik het liefst liggend want dan blijven ze beter in vorm. Dat kun je op je wasrek doen of op een rekje dat je over de badranden legt.
Het echte strijkwerk.
Soms ontkom je er niet aan en zal je wat kleding moeten strijken. Neem een strijkplank die goed op hoogte gezet kan worden voor jou. Als je bukkend staat te strijken dan houd je het niet lang vol. Je kunt zittend of staand strijken, net wat jij prettig vindt.
Zorg dat je een goed strijkijzer hebt. Soms is het aan te raden om een sprayfunctie te hebben op je strijkijzer. Als je bijvoorbeeld per ongeluk een valse vouw in je shirtje hebt dan kun je die even nat sprayen en hem weer glad strijken.
Een stoomfunctie is ook erg prettig. Mocht je een best wel verkreukeld kledingstuk hebben dan krijg je hem sneller gladgestreken als je hem kunt stomen en strijken tegelijk. De knoppen voor sprayen en stomen zitten bovenop je strijkbout, vóór op het handvat.
Het vulgat voor water zit daar naast. Voordat je gaat strijken mag je het waterreservoir tot het maximumstreepje vullen met water. Water is vanzelfsprekend nodig als je water wilt sprayen of als je de stoomfunctie wilt gebruiken. Leeg het reservoir weer in de gootsteen als je klaar bent met strijken.
De meeste strijkijzers hebben zes standen:
- De min-stand. Als je strijkijzer hierop staat dan staat hij uit. Hij wordt dan niet verwarmd.
- De stand voor synthetische kleding. Deze kleding mag je alleen op een lage temperatuur strijken.
- De zijde-stand. Dit materiaal mag iets warmer gestreken worden.
- Daarna komt de stand voor wol.
- De stand voor katoen, die is weer een stuk warmer.
- De hoogste en heetste stand is voor linnen. Dat mag op maximaal gestreken worden.
In alle kleding, op alle tafellakens, gordijnen en andere items zit een wasetiket. Daarop staan een aantal wassymbolen en één van die symbolen geeft aan of het voorwerp gestreken mag worden. Strijk de kleding niet als het etiket aangeeft dat het niet mag. Volg de wassymbolen op het etiket.
Ik kan je hier moeilijk voordoen hoe je precies een t-shirt moet strijken. Ga het gewoon proberen als je het voor de eerste keer doet. Zet je strijkijzer voor de zekerheid op een iets lagere stand als je gaat uitproberen hoe het werkt. Er kan niet zo veel mis gaan, als je er maar op let dat je de strijkbout blijft bewegen en niet stilzet op één plek. Je leert het als je het vaker doet, het wordt steeds makkelijker. Begin met zakdoekjes en ga steeds moeilijkere items strijken.
Kwetsbare kleding kun je beter binnenstebuiten strijken. Dat is veiliger voor de stof. Ook kleding met een opdruk of met kraaltjes kun je beter binnenstebuiten strijken om te voorkomen dat je letters of andere afdrukken wegsmelt met je strijkbout.
Als het strijkwerk gedaan is dan moet je je strijkijzer op z’n achterkant wegzetten om af te laten koelen. Haal de stekker er uit (ja, duh!), rol die op en zet je strijkbout ergens waar je kinderen er niet bij kunnen. Pas als hij helemaal afgekoeld is mag je hem in de kast zetten.
Een paar tijdbesparende tips.
Er zijn een aantal trucjes die ervoor zorgen dat je niet, of bijna niet hoeft te strijken. En dat scheelt natuurlijk weer kostbare tijd.
- Er zijn speciale wasmachines te koop met een pro-steam technologie. Daarin kun je je kleding stomen en dat zorgt er weer voor dat je veel en veel minder kreukels in je kleding hebt. Heel handig ook om nare geurtjes uit je kleren te stomen.
- Er zijn genoeg kledingstukken te verkrijgen waarop staat dat ze niet gestreken hoeven te worden. “Non-iron” staat er dan vaak op het wasetiket aangegeven. Als je je aan de wasvoorschriften houdt dan is strijken dus niet meer nodig. Kijk dus als je gaat winkelen naar deze aanduiding op kleding en het scheelt je weer tijd.
- Gelukkig zijn er ook kledingstukken die juist gekreukeld horen te zijn. Shirtjes en blousjes die je gewoon kunt wassen en waar je bijvoorbeeld een knoop in moet leggen zodat ze juist kreukelig opdrogen. Heerlijke kleding voor luie (lees: makkelijke) mensen zoals ik.
- Is je was droog en zitten er wat kleine kreukels in, maar heb je geen zin om te strijken? Vouw je kleding dan heel netjes en strak op. Dan ligt het netjes in de kast en vallen de kreukels uiteindelijk ook wel mee.
- Een tip uit grootmoeders tijd: Als je kleding gewassen is haal je het uit de wasmachine en stop je alles direct in de droger. Ook de kleding die eigenlijk niet in de droger mag. De droger zet je dan 5 minuutjes op een warme (niet hete) stand. Is de droger klaar dan haal je alle kleding eruit en hang je het gelijk op. Als de was dan aan de waslijn of aan je wasrek gedroogd is en het kan de kast in dan zit er (bijna) geen kreukel meer in.
- Neem een lange reep aluminiumfolie die net zo lang is als je strijkplank. Leg die folie onder de hoes van je strijkplank, dus tussen het strijkblad en de hoes van de plank. Leg de glimmende kant bovenop. Als je nu een kledingstuk gaat strijken dan wordt het te strijken oppervlak vanzelfsprekend warm en gladgestreken. Maar ook de onderkant wordt warm doordat de aluminiumfolie de warmte weerkaatst. Dus wordt je kleding eigenlijk ook indirect aan de onderkant gestreken. En het scheelt echt, ik heb het zelf getest.
- Als je je kleding ophangt in de kast, zorg er dan voor dat de kledingstukken niet tegen elkaar aan gepropt in de kast hangen. Dan kreukelt je kleding alsnog en dat is zonde.