Mieren in en om je huis. Hoe kom je er vanaf?
Als het zonnetje weer gaat schijnen in de lente dan komt de natuur weer tot leven. Alles wordt weer groen en kleurig. Ook de insecten, waaronder de mieren, komen weer buiten spelen.
Mieren zijn ijverige diertjes. Ze verzamelen de hele dag voedsel voor hun soortgenoten. Ze eten van alles; sommigen eten planten, anderen eten weer vlees, weer anderen lusten graag fruit, zoetigheid, snoep en suiker. Kortom, alles wat wij eten lusten de mieren ook.
En daar zit nou ook een beetje ons probleem. Want waar de mens etensresten achterlaat, daar komt de mier op af om dat heerlijk op te gaan zitten peuzelen. Maar we willen liever niet dat ze over ons aanrecht marcheren omdat ze daar lekkere etensresten vinden of de fruitschaal plunderen.
Of dat ze massaal een kijkje nemen in de prullenbak om te ontdekken of daar nog wat lekkers te halen valt. Ze mogen buiten leven maar bij de drempel van onze deur ligt toch echt de grens! Heb jij ook wel eens last van mieren in huis? Daar gaan we wat aan doen.
Een grens trekken.
Dat mieren buiten in de natuur leven is prima. Ze zijn onder andere erg nuttig voor het in stand houden van de hoeveelheid insecten in onze leefomgeving en ze doen nuttig werk. Maar ze horen niet in huis rond te lopen.
En zijn een aantal manieren om er voor te zorgen dat je deze kleine kruipers buiten de deur houdt. Want je moet natuurlijk wel ergens een grens trekken. En daar mogen deze ijverige diertjes niet overheen, hoe lastig dat soms ook is.
Als je grote mierennesten onder je terras hebt zitten kun je ze ook beter verwijderen. Als ze namelijk veel grond weghalen onder je terrastegels dan kun je verzakkingen krijgen met alle gevolgen van dien.
Heb je mierennesten langs de gevel van je huis dan kun je die beter ook bestrijden. Want als ze veel grond verplaatsen onder de fundering van je huis en je krijgt daar problemen mee dan ben je nog veel verder van huis. Letterlijk.
* Voorkom dat mieren je huis in kunnen.
Als je kieren en naden in je huis hebt dan is het voor mieren en andere kleine diertjes een fluitje van een cent om binnen te komen. Zorg dus dat je kieren en naden goed dichtmaakt. Met afdichtingskit of tochtstrippen kom je al een heel eind.
Natuurlijk heb je ook ventilatieroosters in huis die je gewoon open moet kunnen zetten. Er bestaat heel fijnmazig insectengaas dat je voor je roosters kunt plaatsen. Zo kun je volop ventileren zonder dat je bang hoeft te zijn voor kleine indringers.
* Berg etenswaren goed op.
Het gebeurt regelmatig dat we bij ons thuis wat restjes eten overhouden. Het is dan belangrijk om dat goed op te bergen. Ten eerste omdat het dan langer houdbaar is en ten tweede omdat mieren het dan niet kunnen ruiken en er dus niet bij kunnen komen.
Dus stop restjes eten het liefst in een luchtdicht bakje of een ziplock zakje. Die zijn goed af te sluiten. En bewaar het zoveel mogelijk in de koelkast of vriezer omdat die helemaal goed afsluiten, als de magneetstrippen van de deur niet versleten zijn in ieder geval.
Bewaar fruit ook zoveel mogelijk in de groentenla van je koelkast. Als ik fruit te lang in de fruitschaal laat liggen dan komen er gegarandeerd ook allerlei insecten op af. Een snoepzak die open is trekt ook ongedierte aan. Sluit hem goed af met een afsluitclipje of berg het op in een goed af te sluiten bakje.
Ook etenswaren zoals een geopend pak hagelslag of chocoladevlokken of een pot jam waar wat aan de buitenkant geknoeid is wordt door de mieren al van een grote afstand geroken en daar komen ze op af. Dus doe ze goed dicht en houd de buitenkant schoon.
Hier bij mij in huis worden nogal graag donuts gegeten. En ik heb een keer de fout gemaakt om de verpakking met de donuts erin gewoon in de kast te zetten. Maar de plastic verpakking van de donuts uit de supermarkt heeft rondom vrij flinke luchtgaatjes.
Driemaal raden welke kolonie er de volgende dag in mijn keukenkastje bivakkeerde. Juist, het wemelde van de mieren in en rondom de donuts. Dus kon ik de donuts wegkiepen en het hele kastje schoonsoppen. Van je fouten leer je het meest, toch?
* Houd je keuken schoon en opgeruimd.
Zoals je hierboven al hebt kunnen lezen houden mieren van eten en dan met name van zoetigheid. Als je bijvoorbeeld lege limonadebekers op het aanrecht laat staan dan zien ze een druppeltje limonade al als een feestmaaltijd.
Ook broodkruimels of koekkruimels die op een bordje liggen kunnen al ongedierte aantrekken. Dus werk zo vaak mogelijk je afwas weg of zet vieze spulletjes in de vaatwasser en houd die dicht. Alles om te voorkomen dat miertjes iets lekkers ruiken in je keuken waar ze op af kunnen komen.
* Onderbreek het geurspoor van mieren.
Als mieren iets lekkers te eten ruiken in jouw huis dan gaan ze daar op af. Eenmaal aangekomen bij het voedsel nemen ze zoveel mogelijk mee terug naar het mierennest. En op de terugweg van het voedsel naar het nest laten ze een geurspoor, een zogeheten feromonenspoor, achter.
Op die manier laten ze de hele mierenfamilie weten waar ze eten kunnen halen. En zo kan het dat je hele rijen mieren door je huis ziet lopen die dat spoor volgen naar het voedsel. Als je dat geurspoor onderbreekt of wegpoetst dan wordt het moeilijker voor ze.
Gebruik water en azijn om het geurspoor te onderbreken. Ze houden absoluut niet van de geur van azijn en zullen daardoor een andere plek gaan zoeken om voedsel te verzamelen.
Met water en zeep kun je de looproute ook goed weghalen. Met water en chloor kun je buiten bijvoorbeeld je stoepje schoonmaken om het geurspoor te onderbreken en de mieren op een dwaalspoor te zetten. Kijk wel eerst even of chloor geen kwaad kan op je stoepje!
Iets minder agressief zijn natuurlijke middeltjes waar de mieren van in de war raken. Ze kunnen bijvoorbeeld niet goed tegen stukjes van pepermuntblaadjes, muntthee, koffiedik, uienpoeder, komkommerstukjes, knoflookpoeder, kaneel, nootmuskaat en kalk.
Ook plantjes zoals afrikaantjes, lavendel, bieslook, salie, munt, basilicum, goudsbloemen en majoraan vinden ze niet fijn. Zet deze plantjes, of leg stukjes hiervan, in de looproute van de insecten en ze raken de weg kwijt.
* Stofzuig en dweil je vloer regelmatig.
Probeer je vloeren binnen schoon te houden. Zuig broodkruimels en koekrestjes op tijd op. Door de vloer te dweilen onderbreek je ten eerste het geurspoor van de mieren. Ten tweede blijven er geen etensresten en andere viezigheden waar ze op af komen achter op de vloer.
* Leeg je vuilnisbak dagelijks.
Dit is echt zo’n maatregel die goed werkt maar waar ik zelf eigenlijk nooit zoveel zin in heb. Dagelijks je vuilnisbak, die binnen staat, legen. Het is waar hoor, als je de vuilnisbak niet elke dag leegt dan wordt het een walhalla voor mieren omdat er altijd wel wat lekkers voor ze te vinden is.
En hoe goed mijn vuilnisbak ook afsluit, het lijkt wel of ze door de allerkleinste kiertjes kruipen om toch binnen te komen. Maar geef ze eens ongelijk…Nu weet ik sinds kort dat er ook een vuilnisbak met geurafsluitende deksel bestaat. Misschien is dat iets voor in mijn keuken.
De buitenkant van de vuilnisbak moet je eigenlijk ook goed schoonhouden. Want het kleinste drupje sap of het pietepeuterigste kruimeltje of vlekje dat je aan de buitenkant laat zitten, daar komen de mieren al op af.
* Baking soda.
Mieren houden niet van baking soda. Dus als je een flinke hoeveelheid baking soda strooit rond de ingangen van mierennesten dan zou het zomaar kunnen dat ze vertrekken en een andere plek gaan zoeken om hun nest te bouwen.
* Mierennesten verwijderen met water.
Heb je een mierennest in de tuin en wil je daar vanaf? Giet dan een paar keer een flinke hoeveelheid koud water in het mierennest. Dat hun nest dan overstroomt vinden ze niet leuk en als dat steeds weer gebeurt zullen de mieren een ander onderkomen gaan zoeken.
Je kunt ook kokend water gebruiken om de mierennesten vol te laten lopen. Dat vinden ze nog minder fijn. Maar ook dit moet je een aantal keren herhalen voordat de beestjes definitief vertrekken.
* Mieren verwijderen met gist.
Meng witte bloem, meel of bakpoeder met honing. De honing is zoet en trekt de diertjes aan. Dus ze zullen ervan eten. Maar de mieren nemen dit voedsel ook mee naar hun nest waar alle dieren ervan zullen eten.
Ze kunnen niet tegen gist en in die poeders zit een beetje gist. Miertjes zijn piepklein en als ze al een beetje gist binnenkrijgen, zetten ze uit en ontploffen ze als het ware. Vrij luguber misschien maar wel effectief om mierenoverlast tegen te gaan.
* Koper tegen mierenoverlast.
Om de één of andere reden houden miertjes niet van koper. Ze zullen er niet zo gauw overheen lopen. Dus kun je, net als oma al adviseerde, koperen muntjes op de drempel van je achterdeur leggen of een koperdraadje spannen waar de diertjes meestal binnenkomen.
* Strooi mierenpoeder.
De ingangen van mierennesten zijn goed te herkennen aan de hoopjes zand die om de ingang liggen. Dus je hebt ze vrij snel gevonden. Als je mierenpoeder in en rond de ingang strooit dan nemen de mieren dat vanzelf mee het nest in. Als de diertjes daarmee in aanraking komen overleven ze dat niet.
Strooi alleen mierenpoeder als je zeker weet dat het 24 uur droog blijft. Want anders kan de regen de poeder wegspoelen. Houd goed in de gaten of er nog mieren uit het nest komen. Desnoods kun je nog een keer poeder strooien.
Als je toch aan het strooien bent kijk dan goed of je alle ingangen kunt vinden. Verdeeld over je hele terras kun je er meerdere tegenkomen. Laat kinderen en huisdieren niet met het mierenpoeder in contact komen.
* Zet lokdozen neer.
Zet een paar mierenlokdozen neer op plaatsen waar veel mieren komen. In die lokdozen zit een gif met een zoete lokstof. Ze komen daar op af, eten van het gif en overleven dat niet. Doe het liefst handschoenen aan als je lokdozen klaarzet en kinderen en huisdieren mogen er niet aankomen!
* Gebruik een spuitbus.
Er zijn spuitbussen verkrijgbaar waar gif inzit. Daarmee kun je mieren verlammen. Je kunt dit gif in de ingang van een mierennest spuiten en op hun looproute naar voedsel. Gebruik dit middel buiten niet als het hard waait en zorg dat jijzelf en kinderen niet met het gif in contact kunnen komen.
Leven en laten leven.
We beseffen allemaal heel goed dat het lang niet altijd nodig is om insecten zoals mieren uit te roeien. Alleen is het soms zo dat het niet anders kan als ze jouw leefomgeving binnentrekken of vervuilen. Denk daarom goed na voordat je deze diertjes gaat bestrijden.
Probeer in eerste instantie vooral om te voorkomen dat mieren in de buurt van je huis komen. Als ze lekker in het weiland, in het bos, in grasveldjes of wat verder van je huis kunnen leven dan krijgen wij geen last van ze. Zo kun je zelf lekker miervrij leven en de miertjes laten leven.